Operation Manual

BELANGRIJK
60) Voor een correcte werking is het uiterst
belangrijk dat de camera altijd schoon en
vrij van modder, vuil, sneeuw of ijs wordt
gehouden. Zorg ervoor dat de camera
tijdens het reinigen niet gekrast of
beschadigd wordt. Vermijd het gebruik van
droge, ruwe of harde doeken. De camera
moet met schoon water worden
gewassen, waaraan eventueel
autoshampoo is toegevoegd. In
wasstraten met stoomreinigers of
hogedrukreinigers moet de camera snel
gewassen worden door de spuitmond op
minstens 10 cm van de camera te houden.
Breng geen stickers op de camera aan.
AANHANGERS
TREKKEN
112) 113) 114)
MONTAGE VAN DE
TREKHAAK
Laat de trekhaak door gespecialiseerd
personeel aan de carrosserie monteren,
in overeenstemming met de extra
en/of aanvullende aanwijzingen van de
fabrikant van de trekhaak.
De trekhaak moet voldoen aan de
huidige richtlijn 94/20/EC en latere
wijzigingen.
Voor iedere versie moet een trekhaak
worden gebruikt die geschikt is voor het
maximale trekgewicht van het voertuig
waarop de trekhaak wordt gemonteerd.
Gebruik voor de elektrische aansluiting
een gestandaardiseerde
stekkerverbinding die op een speciale
beugel op de trekhaak kan worden
gemonteerd. Het voertuig moet ook
worden voorzien van een regeleenheid
voor de buitenverlichting van de
aanhanger.
Er moeten 7- of 13-polige 12 V
DC-aansluitingen gebruikt worden
(CUNA/UNI en ISO/DIN-normen). Volg
de aanwijzingen van de fabrikant van
het voertuig en/of van de fabrikant van
de trekhaak op.
BELANGRIJK
Voor het trekken van aanhangers of
caravans moet de auto zijn voorzien
van een goedgekeurde trekhaak en een
geschikte elektrische installatie. De
montage moet door een vakspecialist
worden uitgevoerd.
Monteer eventuele speciale en/of extra
achteruitkijkspiegels conform de
wegenverkeerswetgeving.
Vergeet niet dat het klimvermogen van
de auto door het gewicht van een
aanhanger of caravan wordt
gereduceerd. Ook de remafstand wordt
langer en er is meer tijd nodig om in te
halen.
Schakel een lage versnelling in bij een
helling omlaag om een continu gebruik
van de rem te voorkomen.
110
STARTEN EN RIJDEN