Operation Manual

zorg dat de contactvlakken van het
noodreservewiel en de velg schoon zijn,
verwijder eventueel vuil om het
losraken van de wielbouten te
voorkomen;
monteer het noodreservewiel door de
eerste wielbout twee slagen aan te
draaien in het gat dat zich het dichtst bij
het ventiel bevindt; haal de bout enkele
slagen aan en doe hetzelfde bij de
andere bouten;
neem de sleutel A fig. 105 en draai
de wielbouten volledig vast;
draai aan de slinger van de krik D om
de auto omlaag te brengen. Verwijder
de krik;
gebruik de sleutel A om de
wielbouten kruiselings vast te draaien,
in de volgorde die is aangegeven in
fig. 111;
het is raadzaam om bij vervanging
van een wiel met een lichtmetalen velg
het wiel ondersteboven te plaatsen,
met het versierde gedeelte naar boven
gericht.
500L LIVING versies
123)
Ga, na voltooiing van de
werkzaamheden, als volgt te werk:
zet voorziening A fig. 112 weer op
bevestigingsbeugel B vast;
zet de sleutel C fig. 113 op
voorziening D en draai deze rechtsom
om de bevestigingsbout van de steun
van het noodreservewiel vast te
draaien. De voorziening is correct
vastgezet als de gele balk in venster E
verschijnt;
stop de lekke band in de speciale tas
en plaats deze in de bagageruimte.
Plaatsing lekke band (500L LIVING
versies)
versies met 5 zitplaatsen: leg de lekke
band in de bagageruimte.
versies met 7 zitplaatsen
Met stoelen van de derde rij
ingeklapt: leg de lekke band in de
bagageruimte, boven op de
rugleuningen.
Met stoelen van de derde rij niet
ingeklapt: verwijder de bagage-
afdekhoes (die voor de tweede rij
stoelen gelegd moet worden) en leg de
lekke band in de bagageruimte, zoals
afgebeeld in fig. 114 (wielnaaf gericht
naar de binnenkant van het
passagierscompartiment om te
voorkomen dat het wiel omvalt als de
achterklep gesloten wordt).
111
F0Y0013C
112
F0Y0360C
113
F0Y0361C
117