Operation Manual

ONDERHOUD
AIRCONDITIONINGSYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning
minstens eens per maand ongeveer
10 minuten in. Laat vóór het begin van
het zomerseizoen het systeem
controleren door het Fiat
Servicenetwerk.
BELANGRIJK
148) Rook nooit als er werkzaamheden in
de motorruimte worden verricht. Er kunnen
brandbare gassen en dampen aanwezig
zijn die in brand kunnen vliegen.
149) Wees heel voorzichtig bij het werken
in de motorruimte wanneer de motor
heet is: gevaar voor brandwonden.
150) Wacht voor het bijvullen van de
motorolie tot de motor is afgekoeld
alvorens de vuldop los te maken. Dit geldt
in het bijzonder voor voertuigen met een
aluminium vuldop (waar aanwezig).
VOORZICHTIG: gevaar voor brandwonden!
151) Het koelsysteem staat onder druk.
Vervang indien nodig de dop alleen door
een origineel exemplaar om de werking van
het systeem niet negatief te beïnvloeden.
Draai bij warme motor de dop van het
reservoir niet los: gevaar voor
brandwonden.
152) Rijd nooit met een leeg
ruitensproeierreservoir: ruitensproeiers zijn
van fundamenteel belang voor een goed
zicht. Herhaaldelijke werking van het
systeem zonder vloeistof kan leiden tot
schade aan of snelle verslechtering van
sommige systeemcomponenten.
153) Bepaalde in de handel verkrijgbare
additieven voor ruitensproeiervloeistoffen
zijn ontvlambaar. De motorruimte bevat
warme onderdelen die bij contact met de
vloeistof brand kunnen veroorzaken.
154) Remvloeistof is giftig en uiterst
corrosief. Als er per ongeluk remvloeistof
gemorst wordt, moeten de betrokken delen
onmiddellijk worden gewassen met water
en neutrale zeep. Spoel vervolgens met
veel water af. In geval van inslikken
onmiddellijk een arts raadplegen.
155) Het symbool
op het reservoir geeft
aan dat een synthetische remvloeistof
moet worden gebruikt, dus geen minerale
remvloeistof. Het gebruik van minerale
vloeistoffen kan de speciale rubbers in het
remsysteem onherstelbaar beschadigen.
156) Accuvloeistof is giftig en corrosief.
Vermijd contact met huid en ogen. Houd
open vuur en vonkvormende apparaten uit
de buurt van de accu: brand- en
explosiegevaar.
157) Als de accu met onvoldoende
vloeistof werkt, kan dit de accu
onherstelbaar beschadigen en een explosie
veroorzaken.
158) Als het voertuig langdurig gestald
moet worden bij zeer lage temperaturen,
verwijder dan de accu en breng deze naar
een verwarmde plek, om bevriezing te
voorkomen.
159) Bij het verrichten van werkzaamheden
aan de accu of in de buurt daarvan altijd
uw ogen beschermen met een
veiligheidsbril.
BELANGRIJK
69) Let erop dat de verschillende types
vloeistoffen tijdens het bijvullen niet
verwisseld worden: ze mogen absoluut niet
onderling gemengd worden! Bijvullen met
een ongeschikte vloeistof kan leiden tot
ernstige schade aan het voertuig.
70) Het oliepeil mag het MAX-teken nooit
overschrijden.
71) Voeg geen olie met andere
specificaties dan die van de olie die al in de
motor zit toe.
72) PARAFLU
UP
anti-vriesvloeistof wordt
gebruikt in het motorkoelsysteem; gebruik
voor het bijvullen hetzelfde vloeistoftype
als het type dat al in het koelsysteem
zit. PARAFLU
UP
mag niet met andere typen
anti-vriesvloeistoffen worden gemengd.
Als er toch bijgevuld is met een ongeschikt
product, start dan in geen geval de motor
en neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
73) Vermijd dat remvloeistof, die uiterst
corrosief is, in contact komt met gelakte
zones. Spoel bij contact onmiddellijk af met
water.
159