Operation Manual

sluit de kabels van de acculader aan
op de accupolen; let daarbij op de
polariteit;
schakel de acculader in;
schakel na het opladen eerst de
acculader uit alvorens de accu los te
koppelen;
sluit de minklem aan op de accu.
VERSIES MET
Stop/Start-SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
maak stekker A fig. 150 los (door op
knop B te drukken) van de sensor C
voor controle van de accutoestand
(gemonteerd op de minklem D van de
accu);
sluit de pluskabel (+) van de
acculader aan op de pluspool (+) van
de accu;
sluit de minkabel (–) van de acculader
aan op de D-klem van de minpool (–)
van de accu;
schakel de acculader in. Schakel na
het opladen eerst de acculader uit
voordat deze wordt losgekoppeld van
de accu;
sluit de stekker A weer aan op de
sensor C van de accu.
BELANGRIJK
160) Accuvloeistof is giftig en corrosief:
vermijd contact met huid en ogen. Het
opladen van de accu moet worden
uitgevoerd in een goed geventileerde
ruimte, uit de buurt van open vuur
en vonken: brand- en ontploffingsgevaar.
161) Probeer een bevroren accu niet op te
laden: eerst moet hij ontdooid worden
om het risico op ontploffing te voorkomen.
Als de accu bevroren is geweest, moet
door gespecialiseerd personeel
gecontroleerd worden of de cellen niet
beschadigd zijn en of de behuizing geen
scheuren vertoont, waardoor de giftige en
corrosieve vloeistof kan weglekken.
150
F0Y0153C
161