Operation Manual

RUITENWISSERS/
162) 75)
WISSERBLADEN
VOORRUIT VERVANGEN
Ga als volgt te werk:
hef de wisserarm op, druk op het
lipje A fig. 151 van de springveer en
verwijder het wisserblad van de arm;
monteer het nieuwe wisserblad door
het lipje in de speciale zitting op de
wisserarm te blokkeren;
laat de wisserarm voorzichtig op de
ruit zakken.
WISSERBLAD
ACHTERRUIT
VERVANGEN
Ga als volgt te werk:
til de afdekking A fig. 152 op, draai
de moer B los en verwijder de
wisserarm C;
plaats de nieuwe wisserarm op
correcte wijze, draai de moer B volledig
vast en breng de afdekking A omlaag.
RUITENSPROEIERS
Ruitensproeier
De sproeiers van de voorruit A fig. 153
kunnen niet versteld worden. Als de
ruitensproeiers niet werken, controleer
dan eerst of er ruitensproeiervloeistof
in het reservoir zit (zie paragraaf
“Controle van vloeistofniveaus” in dit
hoofdstuk). Controleer vervolgens of de
sproeigaatjes niet verstopt zijn. Gebruik
zo nodig een naald om ze te
ontstoppen.
151
F0Y0114C
152
F0Y0208C
153
F0Y0209C
162
ONDERHOUD EN ZORG
ACHTERRUITWISSER