Operation Manual

Wanneer het dimlicht ingeschakeld is
en de snelheid lager is dan 40 km/h, als
de draaihoek van het stuurwiel groot is
of de richtingaanwijzers branden, gaat
er een lamp (ingebouwd in de
mistlamp) branden aan de betreffende
kant om het zicht 's nachts te
verbeteren.
"FOLLOW ME HOME"
SYSTEEM
Met dit systeem kan de ruimte vóór het
voertuig gedurende een ingestelde
tijdsduur worden verlicht.
Inschakeling
De tijd dat de lampen worden
ingeschakeld, kan worden aangepast
en geprogrammeerd via het
instellingenmenu van het
instrumentenpaneel.
Er kan gekozen worden uit 0, 30, 60 tot
90 seconden. De inrichting wordt
automatische geactiveerd nadat de
motor is afgezet en draaischakelaar A
fig. 25 naar stand O is gedraaid.
Ook is het mogelijk om (als het
bovenbeschreven programma op "0"
seconden is ingesteld) de begintijd van
de koplampen in te stellen door de
linkerhendel één of meerdere keren
naar u toe te trekken (dezelfde
procedure als voor de inschakeling van
het grootlicht). In dit geval kan er
gekozen worden uit 0, 30, 60, 90 tot
maximaal 210 seconden.
Elke keer als de hendel wordt bediend,
gaat het waarschuwingslampje
op
het instrumentenpaneel branden. Op
het display verschijnt een bericht en de
voor de functie ingestelde tijdsduur.
Het lampje
gaat branden wanneer
de hendel voor het eerst wordt bediend
en blijft branden totdat de functie
automatisch wordt uitgeschakeld.
Uitschakeling
Deze functie wordt uitgeschakeld door
het inschakelen van de koplampen,
de stadslichten of door de
startinrichting op MAR te zetten.
BELANGRIJK
20) De dagrijlichten zijn een alternatief voor
het dimlicht in landen waar dit tijdens het
rijden overdag verplicht is en is tevens
toegestaan in landen waar dit niet verplicht
is.
21) De dagrijlichten mogen het dimlicht niet
vervangen tijdens het rijden in het donker
en in tunnels. Het gebruik van de
dagrijlichten wordt geregeld door de
wegenverkeerswetgeving van het land
waar u rijdt. Houd u aan de wettelijke
voorschriften.
23
“Cornering lights”