Operation Manual

37) Als er gaslucht wordt geroken, schakel
dan over van werking op gas naar werking
op benzine en ga onmiddellijk naar een
Fiat Servicepunt om het voertuig te laten
controleren en eventuele systeemstoringen
uit te sluiten.
BELANGRIJK
16) Het voertuig is uitgerust met een
gasvormig LPG-injectiesysteem dat
speciaal ontworpen is voor deze auto:
daarom is het absoluut verboden de
configuratie van het systeem of de
componenten ervan te wijzigen. Het
gebruik van andere componenten
of materialen zou kunnen leiden tot een
slechte werking en verminderde veiligheid;
neem dus in geval van problemen altijd
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Om beschadiging van de onderdelen van
het gassysteem te voorkomen, wanneer
het voertuig gesleept of opgekrikt wordt,
moeten de aanwijzingen worden gevolgd
die vermeld zijn in de paragraaf "Slepen
van het voertuig".
17) Het systeem werkt bij temperaturen
tussen −20 °C en 100 °C.
18) Indien lakspuitwerkzaamheden in een
oven verricht moeten worden, moet de
LPG-tank uit het voertuig verwijderd en
later weer gemonteerd worden bij een
werkplaats van het Fiat Servicenetwerk.
Alhoewel het LPG-systeem talrijke
veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt
geadviseerd als volgt te werk te gaan als
de auto langere tijd niet gebruikt wordt
of als de auto verplaatst wordt in een
noodgeval na panne of een ongeval: draai
de bevestigingselementen van de
LPG-tank los en verwijder de tank. Draai de
LPG-kraan dicht door de ringmoer C
rechtsom te draaien (zie "Passieve/actieve
veiligheid"). Breng het deksel weer aan
en draai de bevestigingselementen weer
vast.
19) Gebruik alleen LPG voor
motorvoertuigen.
20) Het is strikt verboden om additieven in
het LPG te gebruiken. Het wordt
geadviseerd zo nu en dan (minstens één
keer elke zes maanden), de LPG in de tank
volledig op te maken en bij de volgende
tankbeurt te controleren of de
maximuminhoud van 38,4 liter (inclusief
reserve) (met een tolerantie van 2 liter) niet
overschreden wordt. Als het niveau hoger
is dan 38,4 liter (inclusief reserve), neem
dan onmiddellijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
21) Wanneer om omschakeling van
benzine naar gas wordt verzocht, kan er
een metaalachtig geluid hoorbaar zijn van
de kleppen die het circuit onder druk
zetten. Wegens de hierboven beschreven
overschakellogica, is de vertraging tussen
het tikgeluid van de klep en het doven
van het groene waarschuwingslampje
volkomen normaal.
22) Onder bepaalde
gebruiksomstandigheden, zoals tijdens het
starten, werking bij lage
omgevingstemperaturen of LPG met een
laag propaangehalte, kan het systeem
tijdelijk naar werking op benzine
overschakelen, zonder deze overschakeling
op het instrumentenpaneel weer te geven.
Als het aardgasniveau in de tank laag is
of als er hoge prestaties gevraagd worden
(bijv. inhalen, volgeladen auto, steile
hellingen) kan het systeem automatisch
overschakelen naar werking op benzine om
het vereiste motorvermogen te garanderen;
het groene lampje op het
instrumentenpaneel gaat branden om dit
aan te geven. Wanneer bovengenoemde
omstandigheden niet langer aanwezig zijn,
keert het systeem automatisch terug naar
werking op LPG en gaat het groene lampje
uit. Om de bovengenoemde automatische
overschakeling te kunnen uitvoeren, moet u
ervoor zorgen dat in de benzinetank altijd
voldoende brandstof zit.
38
WEGWIJS IN UW AUTO