Operation Manual

ACTIEVE
VEILIGHEIDSSYSTEMEN
ABS (Anti-lock Braking
System)
44) 45) 46) 47) 48) 49) 50)
Dit systeem, dat deel uitmaakt van het
remsysteem, voorkomt het blokkeren of
slippen van een of meerdere wielen op
alle soorten wegdek en ongeacht de
kracht van de remwerking, zodat het
voertuig ook tijdens paniekremmen
onder controle gehouden kan worden
en de remweg wordt geoptimaliseerd.
Het ABS omvat tevens de volgende
systemen: EBD (Electronic Braking
Force Distribution), MSR (Motor
Schleppmoment Regelung) en HBA
(Hydraulic Brake Assist).
51) 52) 53)
BELANGRIJK Een inrijperiode van circa
500 km is vereist om het beste uit het
remsysteem te halen: vermijd tijdens
deze periode bruusk, herhaaldelijk
of langdurig remmen.
Ingreep van het systeem
De bestuurder kan merken wanneer het
ABS in werking treedt omdat het
rempedaal iets pulseert en het systeem
meer geluid maakt: dit is volkomen
normaal wanneer het systeem in
werking treedt.
ESC-SYSTEEM
(Electronic Stability
Control)
54) 55) 56) 57) 58) 59)
Het ESC-systeem verbetert de controle
over de richting en stabiliteit van het
voertuig in verschillende
rijomstandigheden, door onderstuur en
overstuur te corrigeren, door de
remkracht op de betreffende wielen te
verdelen.
Ingreep van het systeem
De ingreep van het systeem wordt
aangegeven door het knipperen van het
lampje ESC op het
instrumentenpaneel, om de bestuurder
te waarschuwen dat de stabiliteit en
de grip van het voertuig kritiek zijn.
Inschakeling van het systeem
Het ESC-systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de motor wordt
gestart; het kan niet worden
uitgeschakeld.
HH-SYSTEEM (Hill
Holder)
60) 61)
Dit systeem is een onderdeel van het
ESC systeem en helpt de bestuurder bij
het wegrijden op een helling.
In de volgende gevallen wordt het
systeem automatisch ingeschakeld:
op een helling: als het voertuig auto
stilstaat op een weg met een
hellingsgraad van meer dan 5% met
draaiende motor, ingetrapt rempedaal
en de versnellingsbak in de vrijstand
of met ingeschakelde versnelling
(andere dan achteruit);
op een afdaling: als het voertuig
stilstaat op een weg met een
hellingspercentage van meer dan 5%
met draaiende motor, ingetrapt
rempedaal en de versnellingsbak in de
achteruit geschakeld.
ASR-SYSTEEM (AntiSlip
Regulation)
Het ASR-systeem grijpt automatisch in
als één of beide aandrijfwielen slippen,
grip verliezen op natte wegen
(aquaplaning) en bij het optrekken op
glad, besneeuwd of met ijzel bedekt
wegdek, enz.
68
VEILIGHEID