Operation Manual

Inschakeling/uitschakeling van het
ASR-systeem
Het systeem schakelt automatisch in
wanneer de motor wordt gestart.
Tijdens het rijden kan het ASR
uitgeschakeld en vervolgens weer
ingeschakeld worden door op knop
ASR OFF fig. 60 te drukken.
DST (Dynamic Steering
Torque of
stuurcorrectie)-systeem
62)
De DST-functie (stuurcorrectie) gebruikt
de integratie van het ESC-systeem in
de elektrische stuurbekrachtiging om
het veiligheidsniveau van de gehele
auto te verhogen. In kritieke situaties
(onderstuur, overstuur, remmen onder
verschillende gripomstandigheden)
regelt het ESC-systeem via de
DST-functie de besturing om een
aanvullend koppel op het stuurwiel toe
te passen, waarmee aan de bestuurder
de meest correcte manoeuvre wordt
voorgesteld.
ERM-SYSTEEM
(Electronic Rollover
Mitigation)
63)
Het systeem controleert de neiging van
de wielen om van de grond te komen
als de bestuurder extreme manoeuvres
uitvoert zoals snel bijsturen om een
obstakel te vermijden, met name onder
omstandigheden van een slecht
wegdek.
Als dergelijke omstandigheden zich
voordoen, grijpt het systeem in op de
remmen en het motorvermogen om de
mogelijkheid dat de wielen van de
grond komen te beperken. Het is niet
mogelijk om de neiging tot over de kop
slaan te voorkomen als het fenomeen
te wijten is aan redenen zoals rijden op
steile hellingen, botsing tegen
voorwerpen of andere voertuigen.
BELANGRIJK
44) Wanneer het ABS in werking treedt en
u het rempedaal voelt trillen, moet u de
druk niet verminderen, maar het pedaal
stevig ingetrapt houden; op die manier
wordt de kortst mogelijke remweg
verkregen, afhankelijk van de huidige
wegcondities.
45) Om maximale efficiƫntie van het
remsysteem te verkrijgen, is er een
inrijperiode van ongeveer 500 km nodig:
tijdens deze periode is het beter om
bruusk, herhaaldelijk en langdurig remmen
te vermijden.
46) Als het ABS-systeem in werking treedt,
betekent dit dat de grip van de wielen op
het wegdek beperkt is. U moet afremmen
tot een snelheid die compatibel is met
de beschikbare grip.
47) Het ABS kan niet de door het wegdek
geboden grip boven de limieten van de
natuurkundige wetten laten toenemen.
48) Het ABS kan geen ongelukken
voorkomen, waaronder ongelukken
wegens overmatige snelheid in bochten,
rijden op wegdek met weinig grip of
aquaplaning.
49) De capaciteiten van het ABS mogen
nooit op onverantwoorde en gevaarlijke
wijze worden uitgetest, waardoor de
persoonlijke veiligheid en die van anderen
in gevaar komt.
60
F0Y0164C
69