Operation Manual

41) Als op wegen met bomen met
uitstekende takken wordt gereden, wordt
geadviseerd om het systeem uit te
schakelen om te voorkomen dat takken ter
hoogte van de motorkap of de voorruit
het systeem hinderen.
42) Dek het werkingsbereik van de sensor
niet af met stickers of andere voorwerpen.
Let ook op andere voorwerpen op de
motorkap (bijv. een laag sneeuw) en zorg
ervoor dat deze het door de laser
verzonden licht niet hinderen.
43) Als een aanhanger of een voertuig
wordt getrokken/gesleept, moet het
systeem uitgeschakeld worden met behulp
van het Setup-menu op het display.
44) Als het systeem een spanningsafname
van een bepaalde band aangeeft, wordt
geadviseerd om de spanning van alle vier
de banden te controleren.
45) Het iTPMS ontslaat de bestuurder niet
van de verplichting om de bandenspanning
elke maand te controleren en mag niet
beschouwd worden als een systeem dat
het onderhoud of een veiligheidssysteem
vervangt.
46) Het iTPMS is niet in staat om een
plotselinge spanningsdaling aan te geven
(bijvoorbeeld een klapband). Breng in
dat geval het voertuig voorzichtig remmend
tot stilstand en vermijd bruuske
stuurbewegingen.
47) Het iTPMS waarschuwt alleen dat de
bandenspanning laag is: het is niet in staat
om de banden op te pompen.
48) Onvoldoende bandenspanning leidt tot
meer brandstofverbruik, verkort de
levensduur van het loopvlak en kan van
invloed zijn op het vermogen om het
voertuig op veilige wijze te besturen.
49) De bandenspanning moet bij koude
banden gecontroleerd worden. Als de
bandenspanning om welke reden dan ook
bij warme banden moet worden
gecontroleerd, dan mag de spanning niet
worden verlaagd, ook wanneer de
gemeten waarde hoger is dan de
voorgeschreven waarde. Controleer de
bandenspanning nadien nogmaals bij
koude banden.
BESCHERMINGS-
INZITTENDEN
De belangrijkste veiligheidsuitrusting
van het voertuig omvat de volgende
beschermingssystemen:
veiligheidsgordels;
SBR-systeem (Seat Belt Reminder);
hoofdsteunen;
kinderzitjes;
frontairbags en zijairbags.
Lees de informatie vermeld op de
volgende pagina's uiterst aandachtig
door. Het is van fundamenteel belang
dat de beschermingssystemen op
de juiste manier gebruikt worden om
het maximaal mogelijke
veiligheidsniveau voor de bestuurder en
de passagiers te garanderen.
Zie voor de verstelling van de
hoofdsteunen paragraaf
"Hoofdsteunen" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het voertuig".
75
SYSTEMEN