Operation Manual

AANVULLENDE
WERKZAAM-
HEDEN
Iedere 1.000 km of voor een lange
reis controleren en eventueel bijvullen:
– niveau van de koelvloeistof
– niveau van de remvloeistof
– niveau van de olie van de stuur-
bekrachtiging
– niveau van het elektrolyt in de accu
– niveau van de ruitensproeiervloei-
stof
– conditie en spanning van de
banden.
Iedere 3.000 km of voor een lange
reis controleren en eventueel bijvul-
len:
– niveau van de motorolie
Iedere 10.000 km (alleen diesel-
motoren):
– condens uit brandstoffilter aftap-
pen.
112
BELANGRIJK- Luchtfilter
Als de auto op stoffige wegen rijdt,
moet het luchtfilter vaker worden ver-
vangen.
Raadpleeg bij twijfel over de vervan-
gingsinterval van motorolie en lucht-
filter in relatie tot het gebruik van de
auto de Fiat-dealer.
BELANGRIJK - Pollenfilter
(indien aanwezig)
Als de auto veel over stoffige wegen
rijdt of bij geconcentreerde luchtver-
vuiling, moet het pollenfilter vaker
worden vervangen; dit is vooral raad-
zaam als een beperking in de capaci-
teit van de ventilatie wordt geconsta-
teerd.
Gebruik bij voorkeur producten van
de FL groep die speciaal zijn afgestemd
op de Fiat-modellen (zie “Vullings-
tabel” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”).
BELANGRIJK - Motorolie
Ver vang de motorolie vaker dan in
het onderhoudsschema staat aange-
geven als de auto overwegend onder
zware bedrijfsomstandigheden rijdt,
zoals:
– trekken van aanhangers of caravans
– rijden op stoffige wegen
– veel korte ritten (minder dan 7-8
km) en bij buitentemperaturen onder
nul
– veel langdurig stationair draaiende
motor of lange ritten bij lage snel-
heden (bijv. huis-aan-huis bezorging).