Operation Manual

128
fig. 23
P3P00303
RUBBER
SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van
het rem-, stuurbekrachtigings- en
brandstofsysteem zeer nauwkeurig de
voorschriften van het geprogram-
meerd onderhoudsschema aan.
Ozon, hoge temperaturen en het ge-
durende langere tijd ontbreken van
vloeistof in een systeem zorgen er-
voor dat de slangen uitdrogen en
scheuren, waardoor het betreffende
systeem gaat lekken. Daarom is zorg-
vuldige controle noodzakelijk.
RUITENWISSERS
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig
schoon met een schoonmaakmiddel;
wij raden DPI aan.
Ver vang de wisserbladen als het rub-
ber vervormd of versleten is. Het ver-
dient aanbeveling ten minste één maal
per jaar de wisserbladen te vervangen.
Met enkele simpele voorzorgsmaat-
regelen is het mogelijk beschadigingen
van het rubber te voorkomen.
Wanneer de temperatuur onder
0°C is gedaald, moet er gecontroleerd
worden of er geen ijs tussen wisser-
blad en ruit zit:Verwijder zonodig het
ijs met antivries.
Verwijder eventueel opgehoopte
sneeuw van de voorruit om de wis-
serbladen te beschermen en over-
verhitting van de ruitenwissermotor
te voorkomen.
– Schakel de ruitenwissers niet in op
een droge ruit.
Wisserbladen vervangen.
1) Tr ek de wisserarm A-fig. 23 van
de voorruit en plaats het wisserblad
onder een hoek van 90 ° ten opzichte
van de arm.
Rijden met versleten
ruitenwisserbladen is ge-
vaarlijk, omdat ze het
zicht onder extreme atmosferi-
sche omstandigheden aanzienlijk
beperken.