Operation Manual

129
2) Druk op de lip B van de veerklem
in het wisserblad en druk het wisser-
blad naar beneden uit de arm A.
3) Monteer het nieuwe blad, waarbij
de lip in de zitting op de wisserarm
moet vallen. Controleer of het wis-
serblad geborgd is.
Wisserblad koplampwissers
vervangen
1) Kantel dopje A-fig. 24 omhoog
en verwijder de arm door de bevesti-
gingsmoer los te draaien.
2) Plaats de nieuwe wisserarm in de
juiste stand en draai moer B stevig
vast.
3) Kantel dopje A dicht.
RUITENSPROEIERS
Ruitensproeiers
Als de ruitensproeiers niet werken,
controleer dan eerst het niveau in het
ruitensproeiertankje: zie “Niveaus con-
troleren” in dit hoofdstuk. Controleer
vervolgens of de sproeiermonden
fig. 25 niet verstopt zijn. Deze kunnen
zonodig met een speld worden door-
geprikt. De stralen van de ruiten-
sproeiers kunnen worden afgesteld.
Stel de sproeiermonden zodanig af
dat de stralen de ruit raken op het
hoogste punt in de slag van de ruiten-
wissers.
Koplampsproeiers
Als de koplampsproeiers niet
werken, controleer dan eerst of de
sproeiermonden fig. 26 niet verstopt
zijn. Deze kunnen zonodig met een
speld worden doorgeprikt.
fig. 25
P3P00280
fig. 26
P3P00429
fig. 24
P4P00428