Operation Manual

162
ELEKTRISCHE
INSTALLATIE
Spanning van de elektrische installa-
tie: 12 Volt.
ACCU
Met min aan massa.
Voor bepaalde landen kunnen zwaar-
dere accu’s zijn gemonteerd.
Modificaties of reparaties
aan de elektrische installa-
tie die niet correct worden
uitgevoerd en waarbij geen reke-
ning wordt gehouden met de
technische specificaties van het sys-
teem, kunnen storingen in de
werking en zelfs brandgevaar ver-
oorzaken.
Startstroom in
koude toestand (-18°)
320 A
400 A
400 A
580 A
580 A (*)
Dynamo
Gelijkrichter met 9 diodes en inge-
bouwde elektronische spanningsrege-
laar. Het laden van de accu begint zo-
dra de motor is aangeslagen.
Nominale maximum laadstroom:
– Bij benzine- en dieseluitvoeringen:
12 V - 80 A (**)
– Bij uitvoeringen met airconditioning:
• 2.0 ................................ 12 V - 90 A
• 1.9 D - 1.9 TD ............ 12 V - 120 A
• 2.8 D .......................... 12 V - 120 A
• 2.8 JTD ...................... 12V - 150 A
(**) Minibus- en Panorama-uitvoering: 85 A
STARTMOTOR
Met vrijlooprondsel. Inschakeling
d.m.v. solenoïde via start-/contactslot
bediend.
– 2.0-motor ................ 1,1 kW ()
– Bij motor
1.9 D - 1.9 TD...... 1,7 kW (▲▲)
– Bij motor
2.8 D - 2.8 JTD ................ 2,6 kW
() voor bepaalde markten 1.4 kW
(▲▲) voor bepaalde markten 2,2 kW
Capaciteit bij ontlading
in 20 uur
60 Ah
70 Ah
70 Ah
95 Ah
95 Ah
2.0
1.9D
1.9 TD
2.8D
2.8JTD
(*) voor bepaalde markten: 650 A