Operation Manual

40
BELANGRIJK Als u de andere
vooraf ingestelde tijden wilt oproepen,
druk dan binnen 10 seconden één of
meer keren op toets 6.
– druk binnen 10 seconden op toets
5 of 7 totdat de gewenste inschakel-
tijd is geselecteerd.
BELANGRIJKAls de inschakeltijd van
het display verdwijnt, het nummer 3 van
de vooraf ingestelde tijd aanwezig is en
het display verlicht is,betekent dit dat de
tijd in het geheugen is opgeslagen.
Uitschakelen van de geprogram-
meerde inschakeltijd fig. 46
Om de geprogrammeerde inschakel-
tijd te wissen, moet kort op toets 6
worden gedrukt: de verlichting van het
display gaat uit en het nummer 3 van
de vooraf ingestelde tijd verdwijnt.
Oproepen van een van de
geprogrammeerde inschakel-
tijden fig. 46
Druk een of meerdere keren op
toets 6 totdat op het display het num-
mer 3 verschijnt. Na 10 seconden
verdwijnt de tijd van het display maar
blijft in het geheugen opgeslagen en
worden het nummer 3 en het display
verlicht.
BELANGRIJK De geprogram-
meerde inschakeltijd kan worden ver-
anderd of gewist volgens de hiervoor
beschreven instructies.
Uitschakelen van de verwarming
Het systeem kan, afhankelijk van de
manier waarop het is ingeschakeld
(automatisch of handmatig) op twee
manieren worden uitgezet:
automatisch, aan het eind van de
vastgestelde inschakeltijd (60 minuten
met rood verlicht display);
handmatig, door opnieuw op de
knop “directe verwarming” van de
timer te drukken.
In beide gevallen doven het contro-
lelampje van de verwarming, de ver-
lichting van het display, schakelt de
aanjager van het verwarmingssysteem
in het interieur uit en wordt de ver-
branding onderbroken.
De vloeistof-circulatiepomp blijft nog
ongeveer 2 minuten werken om de
grootste warmte van de verwarming
af te voeren; ook in deze fase is het
mogelijk de verwarming weer in te
schakelen.
fig. 46
P3P0005W
De extra verwarming
verbruikt, hoewel in ge-
ringe mate, evenals de
motor brandstof. Om mogelijke
vergiftiging en verstikking te
voorkomen, mag de standver-
warming nooit, ook niet voor een
korte periode, worden inge-
schakeld in een afgesloten ruimte
zoals een garage of werkplaats
die niet is uitgerust met een af-
zuigsysteem voor uitlaatgassen.