Operation Manual

Wees voorzichtig als u
werkzaamheden in de
motorruimte moet ver-
richten en de motor nog warm
is, om brandwonden te voor-
komen.Wacht totdat de motor is
afgekoeld.
Controleer altijd of de
motorkap vergrendeld is,
om te voorkomen dat hij
tijdens het rijden open gaat.
Pas op als u sjaals, das-
sen of loszittende kle-
dingstukken draagt: deze
kunnen door de bewegende on-
derdelen worden gegrepen.
Voer deze handeling al-
leen uit als de auto stil-
staat.
– Trek hendel A-fig. 74 links van de
stuurkolom in de richting van de pijl.
– Open de motorkap aan de voor-
zijde door hendel B-fig. 75 omhoog
te trekken.
Trek de steunstang uit klem C-fig.
76 en steek het uiteinde van de stang
in zitting D op de motorkap.
53
Attentie. Als de steun-
stang verkeerd geplaatst
wordt, kan de motorkap
onverwachts dichtvallen.
Motorkap sluiten:
1) Houd de motorkap met een hand
omhoog, trek met de andere hand de
stang fig. 76 uit de zitting D en plaats
de stang terug in klem C.
2) Laat de motorkap vanaf een hoog-
te van ongeveer 20 cm dichtvallen: hij
vergrendelt nu automatisch.
fig. 75
P3P00553
MOTORKAP
Motorkap openen:
fig. 74
P3P00528
fig. 76
P3P00342