Operation Manual

Als de motor nog niet aanslaat, dient
u contact op te nemen met de Fiat-
dealer.
BELANGRIJK Bij lage buitentem-
peraturen start een koude motor
sneller als het smeersysteem is gevuld
met een dunnere motorolie. Houdt u
zich daarom in de winter strikt aan
de aanwijzingen in de paragraaf
“Specificaties van de smeermiddelen
en vloeistoffen”.
BELANGRIJK Laat de contact-
sleutel niet in stand MAR staan als de
motor stilstaat.
Voor het starten van de motor van
de minibus- en schoolbus-uitvoeringen
moet op de startonderbreker worden
gedrukt, zoals wordt beschreven in het
supplement dat bij dit instructieboekje
wordt geleverd. De startonderbreker
bevindt zich op het schakelaarpaneel
links van het stuurwiel.
MOTOR OPWARMEN
NA HET STARTEN
(benzine en diesel)
– Rijd rustig weg, laat de motor niet
met hoge toerentallen draaien en trap
het gaspedaal niet bruusk in.
Verlang de eerste kilometers geen
maximale prestaties.We raden u aan
te wachten tot de wijzernaald van de
koelvloeistoftemperatuurmeter begint
te bewegen.
NOODSTART
Als de regeleenheid van de Fiat
CODE de via de contactsleutel ge-
zonden code niet herkent (controle-
lampje ¢ op het instrumentenpaneel
brandt constant) kan een noodstart
worden uitgevoerd met de code die
op de CODE-card vermeld staat.
Zie het hoofdstuk “Noodgevallen”.
Probeer auto’s nooit te
starten door ze aan te
duwen, te slepen of van
een helling af te laten rijden. Op
die wijze kan er onverbrande
brandstof in de katalysator te-
rechtkomen, waardoor hij onher-
stelbaar zal beschadigen.
67
Houd er rekening mee
dat de rem- en stuurbe-
krachtiging niet werken
zolang de motor niet is aange-
slagen, waardoor meer kracht
nodig is voor de bediening van
het rempedaal en het stuur.