Operation Manual

70
Draag altijd veiligheids-
gordels, zowel voorin als
achterin (Panorama-,
Minibus-, Combi- en Dubbele-
cabine-uitvoeringen). Zonder
gordels rijden vergroot het risico
op ernstig letsel of dodelijke
afloop bij een ongeval.
VOOR U WEGRIJDT
– Controleer of de verlichting goed
werkt.
– Zet de stoel, het stuur en de
achteruitkijkspiegels in de juiste stand.
– Controleer of de slag van de pe-
dalen niet beperkt wordt (door mat-
ten enz.).
– Controleer of eventuele kinder-
zitjes (stoeltjes, wiegjes, enz.) goed be-
vestigd zijn.
– Stuw eventuele bagage zorgvuldig
in de laadruimte om te voorkomen
dat bij bruusk remmen voorwerpen
door het interieur schieten.
– Gebruik geen zware maaltijden
voor een reis. Een lichte maaltijd
draagt ertoe bij goede reflexen te
behouden.Vermijd vooral het gebruik
van alcohol. Het gebruik van bepaalde
medicijnen kan de rijvaardigheid beïn-
vloeden: lees aandachtig de bijgesloten
gebruiksaanwijzing.
Voer regelmatig controles uit. Zie
hiervoor de paragraaf “Periodieke
controles en voor lange reizen” in dit
hoofdstuk.
TIJDENS DE RIT
– De eerste regel van veilig rijden is
voorzichtigheid.
Voorzichtigheid houdt ook in, dat u
alert bent op fouten en onvoorzichtig-
heden van anderen.
– Houdt u altijd strikt aan de gel-
dende verkeersregels van elk land
waarin u rijdt en houdt u vooral aan
de maximum snelheden.
– Zorg er altijd voor dat naast uzelf
ook alle overige inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen en dat kinderen in
passende zitjes worden vervoerd.
Dieren dienen bij voorkeur in een van
het interieur gescheiden gedeelte te
worden vervoerd.
– Lange reizen moeten in optimale
conditie worden gestart.
Rijden onder invloed van
alcohol, verdovende mid-
delen, of bepaalde medi-
cijnen is zeer gevaarlijk voor uzelf
en voor anderen.