Operation Manual

73
van het zicht, enz.), tracht dan toch
buiten de rijstrook te stoppen. Zet
vervolgens de waarschuwingsknipper-
lichten aan en, zo mogelijk, de dim-
lichten. Druk in een rustig ritme op de
claxon als u een andere auto denkt te
zien.
In de bergen rijden
– Controleer de vloeistofniveaus
(motorolie, remvloeistof, motorkoel-
vloeistof) en de conditie van de ban-
den, voordat u in de bergen gaat
rijden.
– Rem zoveel mogelijk op de motor
af en rijd in een lage versnelling als u
bergafwaarts rijdt. Daarmee voorkomt
u dat de remmen oververhit raken.
– Rijd nooit naar beneden met afge-
zette motor of met de versnellings-
pook in de vrij-stand, en absoluut
nooit met uitgenomen contactsleutel.
– Rijd met een matige snelheid en
vermijd het “afsnijden” van bochten.
– Denk eraan dat bergopwaarts
inhalen veel langzamer gaat en dat de
weg daarom langer vrij moet zijn. Als
u wordt ingehaald terwijl u berg-
opwaarts rijdt, geef de passerende
auto dan de ruimte.
MET SNEEUW EN IJS RIJDEN
Enkele tips voor het rijden met
sneeuw en ijs:
– Rijd met zeer matige snelheid.
– Monteer sneeuwkettingen als u op
besneeuwde wegen rijdt.
– Blijf niet te lang met een draaiende
motor stilstaan in diepe sneeuw: de
sneeuw kan de afvoer van uitlaatgas
verhinderen, waardoor dit in het in-
terieur terecht kan komen.
– Rem bij voorkeur op de motor af
en vermijd bruusk remmen.
Als uw auto niet voorzien is van
ABS, pas dan op dat de wielen niet
blokkeren. U voorkomt dit door de
druk op het rempedaal zorgvuldig te
doseren.
Vermijd snel optrekken en plotse-
ling van richting veranderen.
– In de winter kan op schijnbaar
droge wegen toch ijs liggen. Let daar-
om vooral goed op de delen van de
weg die door de aanwezigheid van bo-
men of rotsen weinig zon krijgen,
waardoor ijs kan blijven liggen.
– Houd ruim afstand van de auto’s
voor u.
Met ABS rijden
Het ABS is een voorziening op het
remsysteem dat twee belangrijke
voordelen biedt:
1) Het voorkomt het blokkeren en
daarmee het slippen van de wielen bij
een noodstop en in omstandigheden
waarbij de grip op het wegdek be-
perkt is.
2) Het houdt de auto tijdens het
remmen bestuurbaar. Hierdoor kunt
u tijdens het remmen van richting ver-
anderen.