Operation Manual

Voer deze procedure
niet uit als u er geen er-
varing mee hebt. Onjuiste
handelingen kunnen leiden tot
vonken en ernstige beschadiging
van de accu en de elektrische in-
stallatie. De vloeistof in de accu
is giftig en corrosief.Vermijd het
contact met de huid of de ogen.
Kom ook niet dicht bij een accu
met open vuur of een brandende
sigaret en veroorzaak geen
vonken. brand- en ontploffings-
gevaar.
STARTEN MET
EEN HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor
worden gestart met een hulpaccu, die
ten minste dezelfde capaciteit moet
hebben als de lege accu (zie hoofdstuk
“Technische gegevens”).
Ga als volgt te werk fig. 1:
1) Verbind de pluspolen 1 en 2
(+ teken nabij de pool) van de beide
accu’s met een startkabel.
2) Sluit een tweede startkabel aan op
de minpool 3 (teken nabij de pool)
van de hulpaccu en op de massa-aan-
sluiting 4 (E) op de motor of op de
versnellingsbak van de auto die gestart
moet worden;
BELANGRIJKVerbind de minpolen
van de twee accu’s niet rechtstreeks:
eventuele vonken kunnen het explo-
sieve gas ontsteken dat uit de accu kan
ontsnappen.Als de hulpaccu is geïn-
stalleerd aan boord van een andere
auto, mogen tussen deze auto en de
auto met de lege accu niet per ongeluk
metalen delen met elkaar in verbinding
staan.
3) Start de motor.
4) Neem als de motor draait, de ka-
bels in de omgekeerde volgorde los.
Als de motor na enkele pogingen niet
aanslaat, blijf dan niet proberen maar
raadpleeg een Fiat-dealer.
Het gebruik van een
acculader voor een nood-
start moet beslist worden
afgeraden: Hierdoor kunnen de
elektronische systemen worden
beschadigd, in het bijzonder de
regeleenheden die de ontsteking
en de inspuiting regelen.
84
fig. 1
P3P00259