Operation Manual

112
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Inschakelen
Draai de draaiknop in stand
2
A
: op deze manier gaan, afhankelijk van de
sterkte van het buitenlicht, de buitenverlichting en de dimlichten
automatisch branden.
Als de schemersensor is ingeschakeld, kan alleen het grootlichtsignaal
worden gegeven.
Uitschakelen
Als via de sensor het commando voor uitschakeling wordt gegeven,
wordt het dimlicht uitgeschakeld en vervolgens, na ongeveer 10
seconden, de buitenverlichting.
De schemersensor is niet in staat om mist te signaleren. Daarom moet bij
mist de verlichting handmatig worden ingeschakeld.
RUITEN REINIGEN
RUITENWISSERS/-SPROEIERS
De werking is alleen mogelijk als de contactsleutel in stand MAR staat.
De rechter hendel kan in vijf verschillende standen worden gezet:
(A): ruitenwissers uitgeschakeld.
(B): wissen met interval.
F0C0153m
F0C0048m