Operation Manual

113
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Draai met de hendel in stand (B), de draaiknop (F) op een van de vier
intervalstanden:
,
= zeer lang interval
= lang interval.
■■
= gemiddeld interval.
■■■
= kort interval.
(C): langzaam continu wissen;
(D): snel continu wissen;
(E): tijdelijk snel wissen (onvergrendelde stand).
In stand (E) werken de ruitenwissers, zolang u de hendel met de hand in
deze stand houdt. Als u de hendel loslaat, springt deze direct weer in
stand (A) en schakelen de ruitenwissers automatisch uit.
BELANGRIJK Als u bij ingeschakelde ruitenwissers de achteruit
inschakelt, gaat automatisch ook de achterruitwisser werken.
F0C0048m
Gebruik de ruitenwissers niet om opgehoopte sneeuw of ijs van de voorruit te verwijderen. In die
omstandigheden grijpt, als de ruitenwissers te zwaar worden belast, de beveiliging in, die ervoor
zorgt dat de ruitenwissers enkele seconden worden uitgeschakeld. Als hierna de werking niet wordt
hervat, wendt u dan tot de Fiat-dealer.