Operation Manual

119
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
OPGESLAGEN SNELHEID OPROEPEN
Als het systeem is uitgeschakeld door bijvoorbeeld het intrappen van het
rem- of koppelingspedaal, kan de opgeslagen snelheid op de volgende
manier worden opgeroepen:
geef geleidelijk gas, totdat de snelheid ongeveer gelijk is aan de
opgeslagen snelheid;
schakel de versnelling in die ingeschakeld was op het moment van het
opslaan van de snelheid (vierde of vijfde versnelling);
druk op de knop RES (C).
OPGESLAGEN SNELHEID VERHOGEN
Dit kan op twee manieren:
trap het gaspedaal in sla vervolgens de nieuwe snelheid op;
of
zet de draaiknop (B) in stand (+).
Telkens als de draaiknop wordt gedraaid, wordt de snelheid iets
verhoogd (ongeveer 1 km/h). Als de draaiknop gedraaid wordt gehouden,
verandert de snelheid traploos.
OPGESLAGEN SNELHEID VERLAGEN
Dit kan op twee manieren:
schakel het systeem uit en sla vervolgens de nieuwe snelheid op;
of
houd de draaiknop (B) in stand (–) totdat de nieuwe snelheid is
bereikt die automatisch blijft opgeslagen.
F0C0127m