Operation Manual

137
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
F0C0222m
“SKYWINDOW” (OPENDAK MET
LAMELRUITEN) (indien aanwezig)
Het opendak bestaat uit vijf lamelruiten en is voorzien van een elektrisch
bedienbaar zonnescherm dat het binnendringen van direct zonlicht
verhindert.
DAK OPENEN
Draai met de contactsleutel in stand MAR de draaiknop (A) rechtsom om
een van de 6 beschikbare openingsstanden te kiezen.
Open het dak niet bij sneeuw of ijs: het kan dan beschadigd worden.
ATTENTIE
Verwijder altijd de contactsleutel uit het contactslot als u de auto verlaat, om te
voorkomen dat het opendak per ongeluk in beweging wordt gebracht en zo gevaar
oplevert voor de achtergebleven inzittenden: onzorgvuldig gebruik van het
opendak kan gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens de bediening van het
opendak altijd of de passagiers niet verwond kunnen worden door de beweging
van het opendak zelf of door in beweging gebrachte voorwerpen.
Voor een juiste werking van het opendak, moet regelmatig gecontroleerd worden of er geen vuil zit
in de afvoergoten op de hoeken van het dak; houd bovendien de afdichtrubbers en de rails schoon
(gebruik hiervoor een met water bevochtigde doek).