Operation Manual

142
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ANTI-LETSELFUNCTIE
Dit beveiligingssysteem is aanwezig op het voorste profiel van het
zonnescherm en is actief tijdens de hele sluitprocedure van het zonnescherm.
Als een obstakel wordt gesignaleerd (vinger, hand enz.), dan wordt de
ruitbeweging over een korte afstand in tegengestelde richting uitgevoerd.
De anti-letselfunctie is ook actief op de achterste rand van de 1
e
lamel en op
het voorste profiel van de 2
e
lamel: bij de tweede lamel is de functie tijdens
de hele sluitprocedure van het dak actief. Als een obstakel wordt
gesignaleerd (vinger, hand enz.), dan wordt de ruitbeweging over een korte
afstand in tegengestelde richting uitgevoerd.
Bij de 1
e
lamel is de functie echter actief tijdens de gehele kantelprocedure en
wordt de gehele procedure in tegengestelde richting uitgevoerd.
Als de anti-letselfunctie in werking is getreden, kan de beweging van het
opendak op twee manieren worden hervat:
druk de draaiknop (A) naar boven en laat hem direct weer los (de
hiervoor onderbroken beweging wordt hervat);
draai de draaiknop (A) in een andere stand.
OPENDAK INSTELLEN
Als de accu losgekoppeld is geweest of als een zekering is doorgebrand,
moet het opendak opnieuw ingesteld worden. Ga hiervoor als volgt te werk:
plaats de draaiknop (A) in stand “0” (volledig gesloten);
houd de draaiknop (A) langer dan 5 seconden ingedrukt: het dak sluit
stapsgewijs;
houd de draaiknop (A) nog steeds ingedrukt en wacht tot het dak
volledig gesloten is en de vergrendeling van het zonnescherm twee
keer inklikt.
F0C0222m