Operation Manual

163
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk voor het comfort en de
veiligheid van uzelf en de overige weggebruikers. Voor optimaal zicht en
zichtbaarheid moeten de koplampen op de juiste wijze zijn afgesteld.
Wendt u voor controle of afstelling tot de Fiat-dealer.
BELANGRIJK Bij het inschakelen van de gasontladingslampen (xenon)
(indien aanwezig) is het normaal dat de koplampbundel ongeveer
2 seconden een verticale beweging maakt. Deze tijd is nodig voor het
stabiliseren van de correcte koplampafstelling.
KOPLAMPVERSTELLING
De stand kan worden geregeld als de contactsleutel in stand MAR staat
en de dimlichten zijn ingeschakeld. Als de auto beladen is, helt hij
achterover. Het gevolg is dat de lichtbundel meer naar boven schijnt. De
stand van de koplampen moet nu worden gecorrigeerd.
Koplampverstelling
Druk op de schakelaar (A) op het schakelaarpaneel naast de stuurkolom;
als de auto is uitgerust met gasontladingslampen (xenon), dan wordt de
koplampafstelling elektronisch geregeld en is de knop (A) niet aanwezig.
Druk op de knop (A) bij pijl N om de koplampen in een hogere stand af
te stellen; druk op de knop bij pijl O om de koplampen in een lagere
stand af te stellen.
Display (B) op het instrumentenpaneel toont de stand gedurende de
koplampafstelling.
F0C0136m