Operation Manual

164
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Correcte standen op basis van de
beladingsgraad
Stand 0 - een of twee personen op de voorstoelen.
Stand 1 - vijf personen.
Stand 2 - vijf personen + bagage.
Stand 3 - bestuurder + maximale lading in de
bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer de afstelling van de
koplampen telkens als het gewicht van de lading
wijzigt.
MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN
Wendt u voor controle of afstelling tot de Fiat-dealer.
KOPLAMPAFSTELLING IN HET
BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik in het land
waarin de auto is verkocht. In die landen waarin aan de
andere zijde van de weg wordt gereden, moet om het
tegemoetkomende verkeer niet te verblinden, de vorm
van de lichtbundel worden gewijzigd door het
aanbrengen van een speciaal daarvoor ontwikkelde
sticker. Deze sticker is opgenomen in het Fiat
Lineaccessori-programma en verkrijgbaar bij de Fiat-
dealer.
ATTENTIE
ATTENTIE
Als het ABS in werking treedt, dan is de grip van de banden op het wegdek beperkt:
u dient uw snelheid te verlagen en aan te passen aan de beschikbare grip.
Het ABS maakt zoveel mogelijk gebruik van de beschikbare grip maar kan deze
niet verhogen. Daarom moet op gladde weggedeelten altijd voorzichtig worden
gereden en mogen er geen onnodige risico’s worden genomen.