Operation Manual

172
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
F0C0065m
RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons, 27 mc en dergelijke) mogen
alleen in de auto worden gebruikt met een aparte antenne aan de
buitenkant van de auto.
Het gebruik van dergelijke apparaten in de auto (zonder buitenantenne)
kan niet alleen schadelijk zijn voor de gezondheid van de inzittenden,
maar kan ook storingen in de elektrische systemen van de auto
veroorzaken. Hierdoor wordt de veiligheid in gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ontvangstkwaliteit aanzienlijk beperkt door
de isolerende eigenschappen van de carrosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele telefoons (GSM, GPRS, UMTS) met
het officiële EU-keurmerk, strikt aan de instructies die door de fabrikant
van de mobiele telefoon zijn bijgeleverd.
ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING
“DUALDRIVE”
De auto is uitgerust met de elektrische stuurbekrachtiging “Dualdrive”.
De elektrische stuurbekrachtiging werkt alleen als de contactsleutel in
stand MAR staat en de motor draait. Met het systeem kan de bestuurder
de hulpkracht voor het verdraaien van het stuur aanpassen aan de rij-
omstandigheden.
BELANGRIJK Als de contactsleutel snel wordt gedraaid, kan de volledige
werking van de stuurbekrachtiging na 1-2 seconden worden bereikt.
IN-/UITSCHAKELEN (CITY-functie)
Druk voor het in-/uitschakelen van de functie op de knop (A) op de
tunnelconsole naast de versnellingspook.