Operation Manual

F0C0301m
F0C0364m
PARKEERSENSOREN (indien aanwezig)
Deze bevinden zich in de achterbumper van de auto en attenderen de
bestuurder via een repeterend geluidssignaal op de aanwezigheid van
obstakels achter de auto.
ACTIVERING
De sensoren worden automatisch geactiveerd als de achteruit wordt
ingeschakeld.
Als de afstand tot het obstakel achter de auto kleiner wordt, neemt de
frequentie van het geluidssignaal toe.
AKOESTISCH WAARSCHUWINGSSYSTEEM
Als de achteruit wordt ingeschakeld, klinkt er automatisch een
onderbroken geluidssignaal.
Het geluidssignaal:
neemt toe (de frequentie) als de afstand tot het obstakel kleiner
wordt;
klinkt ononderbroken als de afstand tot het obstakel minder is dan
ongeveer 30 cm en stopt onmiddellijk als de afstand tot het obstakel
groter wordt;
blijft constant als de gemeten afstand onveranderd blijft, terwijl, als
deze situatie zich voordoet bij de sensoren aan de zijkant, het signaal
na 3 seconden onderbroken wordt, om bijvoorbeeld signalen te
voorkomen als u langs een muur rijdt.
174
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING