Operation Manual

ALGEMENE OPMERKINGEN
Controleer tijdens parkeermanoeuvres of zich geen
obstakels op of onder de sensoren bevinden.
Obstakels die zich dicht bij de voor- of achterkant
van de auto bevinden, worden onder bepaalde
omstandigheden niet door het systeem
gesignaleerd en kunnen dus de auto beschadigen of
zelf beschadigd worden.
De metingen van de sensoren kunnen beïnvloed
worden/zijn door beschadiging van de sensoren
zelf, door vuil, sneeuw of ijs op de sensoren of
door ultrasone systemen (bijv. luchtdrukremmen
van vrachtwagens of pneumatische hamers) die zich
in de nabijheid bevinden.
EASY GO
(HERKENNINGSSYSTEEM)
(indien aanwezig)
BESCHRIJVING
Het herkenningssysteem met de naam CID (Customer
Identification Device) heeft dezelfde functies als de bij
de auto geleverde sleutel (ontgrendelen, vergrendelen
en starten) zonder dat handmatig een handeling
verricht hoeft te worden. Het systeem identificeert de
persoon die in het bezit is van het CID als eigenaar.
Voor het herkennen van het CID, de toegang tot de
auto en het starten van de motor, moet u het CID bij
u dragen.
Het CID wordt herkend als u aan de handgreep van
een portier trekt of als u op de ontgrendelhendel van
de achterklep drukt: als het systeem het CID herkent,
wordt het diefstalalarm (indien aanwezig) uitgeschakeld
en het portier of de achterklep ontgrendeld.
176
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING