Operation Manual

183
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Als de bewakingsfuncties zijn hersteld, knipperen de richtingaanwijzers
om aan te geven dat de auto volledig beveiligd is.
BELANGRIJK Als bij het sluiten van de achterklep een CID in het
interieur of de bagageruimte wordt herkend, wordt de achterklep niet
vergrendeld (de richtingaanwijzers gaan niet knipperen): in dat geval moet
de achterklep opnieuw worden geopend en het CID worden uitgenomen.
Aangezien het systeem niet in staat is de eigenaar van de auto te
identificeren, beschouwt het diefstalalarm (indien aanwezig) het openen
van de achterklep als inbraakpoging; daarom moet het CID worden
uitgenomen en het diefstalalarm worden uitgeschakeld door op de knop
Ë
op het CID te drukken.
BELANGRIJK Het achterklepslot dient alleen voor het mechanisch
ontgrendelen van de achterklep; dit is nuttig als u in geval van nood
(batterij van het CID leeg) de achterklep moet openen. Als u het
achterklepslot opent met ingeschakeld diefstalalarm (indien aanwezig),
signaleert het alarm dit als een inbraakpoging.
BELANGRIJK Bij een snelheid boven 10 km/h wordt de handgreep van de
achterklep uitgeschakeld.
AUTO VERGRENDELEN VIA DE ACHTERKLEP
Als u het CID bij u hebt, dan kunt u de gehele auto vergrendelen door op
de knop (B) (sedan-uitvoeringen) of (C) (Multiwagon-uitvoeringen) te
drukken: de portieren en de achterklep worden vergrendeld en het
diefstalalarm (indien aanwezig) wordt ingeschakeld.
F0C0294m
F0C0409m