Operation Manual

185
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
F0C0296m
F0C0330m
INSTRUMENTENPANEEL UITSCHAKELEN
Druk om het instrumentenpaneel uit te schakelen op de knop
START/STOP.
BELANGRIJK Iedere keer als bij ingeschakeld instrumentenpaneel
of draaiende motor een portier of de achterklep wordt gesloten,
controleert het systeem of er een CID in het interieur aanwezig is. Als er
geen CID wordt herkend (bijvoorbeeld als u de auto hebt verlaten en u
het CID bij u draagt), verschijnt op het display het bericht “CID buiten
auto/auto niet te starten” of, afhankelijk van de uitvoering, “Sleutel niet in
auto aanwezig”.
De motor en het instrumentenpaneel blijven ingeschakeld totdat opnieuw
op de knop START/STOP wordt gedrukt; de auto kan nu worden gestart
mits een CID in het interieur wordt herkend.
BELANGRIJK Als het CID zich in de bagageruimte bevindt, is het
mogelijk dat de motor niet start.
MOTOR UITZETTEN
Om de motor bij stilstaande auto uit te zetten, moet u kort op de knop
START/STOP drukken: de motor wordt uitgezet en op het display
verschijnt de mededeling dat het stuurslot inschakelt (zie het hoofdstuk
“Lampjes en berichten”), om u er aan te herinneren dat het stuurslot pas
zal inschakelen nadat de portieren vergrendeld zijn door op een
handgreep aan de buitenzijde of op de knop
Á
op het CID te drukken.
BELANGRIJK In noodgevallen en ook om veiligheidsredenen kan de
motor bij een rijdende auto worden uitgezet. Druk op de knop
START/STOP en houd de knop ingedrukt.
Als u in dit geval de auto vergrendelt door het indrukken van een van de
handgrepen aan de buitenzijde of de knop
Á
op het CID, dan wordt het
stuurslot niet vergrendeld.