Operation Manual

198
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
F0C0015m
TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de bescherming van de inzittenden bij een ongeval te vergroten, zijn
de oprolautomaten van de gordels voor en achter (indien van toepassing)
voorzien van trekkrachtbegrenzers die tijdens een frontale aanrijding de
piekbelasting op de borst en schouders beperken.
ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder is verplicht zich te houden aan de wettelijke voorschriften
met betrekking tot het verplichte gebruik van de veiligheidsgordels (en de
inzittenden erop attent te maken). Leg de veiligheidsgordel altijd om
voordat u vertrekt.
Ook vrouwen die in verwachting zijn moeten een gordel dragen: ook
voor hen (zowel voor de aanstaande moeder als het kind) is de kans op
letsel bij een ernstig ongeval kleiner als ze een gordel dragen. Uiteraard
moeten zwangere vrouwen het onderste deel van de gordel meer naar
beneden omleggen, zodat de gordel over het bekken en onder de buik
langs loopt (zoals in de afbeelding is aangegeven).
BELANGRIJK De gordelband mag nooit gedraaid zijn. Het diagonale
gordelgedeelte moet via het midden van de schouder schuin over de
borst liggen. Het horizontale gordelgedeelte moet over het bekken (zoals
aangegeven in de figuur) en niet over de buik liggen. Gebruik geen
voorwerpen (wasknijpers, klemmen enz.) die een goed aansluiten van de
gordel op het lichaam verhinderen.
F0C0013m
ATTENTIE
Voor een maximale bescherming door de gordelspanners moet de veiligheidsgordel
zo worden omgelegd dat hij goed aansluit op borst en bekken. Draag altijd
veiligheidsgordels zowel voor als achter in de auto! Rijden zonder veiligheidsgordels
vergroot het risico op ernstig letsel of dodelijke afloop bij een ongeval.