Operation Manual

207
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
MONTAGE ISOFIX-KINDERZITJE
Groep 0 en 0+
Bij kinderen in deze gewichtsgroep (met een gewicht tot 13 kg) moet het
kinderzitje achterstevoren zijn gekeerd en moet het kind door de gordels
(D) van het zitje beschermd worden.
Als het kind groeit en in de gewichtsgroep 1 (9-18 kg) komt, moet het
kinderzitje in de rijrichting worden bevestigd (zie de instructies).
Ga voor een correcte montage van het kinderzitje als volgt te werk:
plaats de voorstoel helemaal naar achteren en zet de rugleuning in de
4
e
stand, zoals afgebeeld in de figuur;
controleer of de ontgrendelhendel (B) in ruststand (ingetrokken)
staat;
zoek de bevestigingsbeugels (A) en plaats vervolgens het kinderzitje
met de bevestigingshaken (C) in de beugels;
duw tegen het kinderzitje totdat het hoorbaar vergrendelt;
controleer of het kinderzitje goed vergrendeld is door met kracht te
proberen het kinderzitje te verplaatsen: de ingebouwde
beveiligingsmechanismen verhinderen dat slechts een enkele
bevestigingshaak is vergrendeld.
F0C0268m
ATTENTIE
Als bij een vaste achterbank het Isofix-kinder-
zitje tegen de rijrichting in wordt geplaatst,
moet de passagiersstoel voor volledig naar
achteren worden geschoven, zodat de rugleu-
ning van de stoel en het kinderzitje elkaar
raken. Schuif bij een verschuifbare achter-
bank de voorstoel aan de passagierszijde tot
op ongeveer de helft naar voren.
F0C0312m