Operation Manual

212
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
SICUREZZAVEILIGHEID
FRONTAIRBAG AAN BESTUURDERSZIJDE
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daarvoor bestemde
ruimte in het midden van het stuurwiel is geplaatst.
FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen met een groter volume dan dat
aan bestuurderszijde. Het kussen is in een daarvoor bestemde ruimte in
het dashboard geplaatst.
De frontairbags aan bestuurders- en passagierszijde zijn ontworpen voor
een optimale bescherming van de inzittenden voor met omgelegde
veiligheidsgordels.
Als de airbags volledig opgeblazen zijn, vullen zij het grootste deel van de
ruimte tussen het stuurwiel en de bestuurder en het dashboard en de
voorpassagier.
F0C0051m
F0C0112m
ATTENTIE
ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel voor als de frontairbag aan passagierszijde is ingeschakeld. Als bij
een ongeval de airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ernstig letsel en zelfs de
dood tot gevolg hebben. Als er geen andere mogelijkheid is, moet in ieder geval de
airbag aan passagierszijde uitgeschakeld worden als het kinderzitje op de
passagiersstoel voor wordt geplaatst. Bovendien moet de stoel zo ver mogelijk naar
achteren zijn geschoven om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard. Ook als het niet wettelijk verplicht is, raden
wij u aan, voor een optimale bescherming van de volwassenen, de airbag
onmiddellijk weer in te schakelen zodra er geen kinderen meer vervoerd worden.