Operation Manual

233
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
F0C0111m
F0C0185m
BELANGRIJK Na het inschakelen van een versnelling, moet de
versnellingspook onmiddellijk worden losgelaten. Als de pook langer
wordt bediend (langer dan 10 seconden), dan klinkt een akoestisch
signaal en schakelt het systeem over op de automatische werking AUTO;
deze overschakeling wordt opgeheven als de pook wordt losgelaten.
BELANGRIJK Als u de auto parkeert op een helling en een versnelling
wilt inschakelen om wegrijden te voorkomen, moet u beslist op het
display controleren of de nieuwe versnelling wordt weergegeven en
vervolgens 1 tot 2 seconden wachten voordat het rempedaal wordt
losgelaten. Hierdoor heeft de koppeling de tijd om volledig aan te grijpen.
Met de hendels op het stuurwiel
Deze hendels bevinden zich op de stuurwielspaken. Met deze hendels kan
bij een rijdende auto (met een snelheid hoger dan 3 km/h) worden op- of
teruggeschakeld.
Als u tijdens de automatische werking (AUTO) handmatig overschakelt,
dan schakelt het systeem deze versnelling in, maar blijft verder
automatisch werken.
Voor het inschakelen van de achteruit (N) (bij stilstaande auto en
ingetrapt rempedaal), moet de versnellingspook naar rechts worden
geplaatst.