Operation Manual

242
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
WINTERBANDEN
Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als de
standaard geleverde banden.
De Fiat-dealer kan u adviseren welke band het meest
geschikt is voor het doel waarvoor u deze wilt
gebruiken.
Houdt u voor de bandenmaat, de bandenspanning en
de winterbanden exact aan de aanwijzingen die staan
aangegeven in de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.
De specifieke eigenschappen van winterbanden
verminderen aanzienlijk als de profieldiepte minder is
dan 4 mm. In dat geval is het veiliger ze te vervangen.
Door de specifieke eigenschappen van winterbanden
zijn de prestaties onder niet-winterse omstandigheden
of wanneer er lange afstanden op de snelweg worden
gereden, minder dan die van de standaard
gemonteerde banden. Beperk het gebruik van
winterbanden tot die omstandigheden waarvoor ze
zijn goedgekeurd.
BELANGRIJK Als u winterbanden gebruikt waarvan de
maximum toegestane snelheid lager is dan de
topsnelheid van de auto (met een marge van 5%), dan
dient u in het interieur van de auto een voor de
bestuurder duidelijk zichtbaar waarschuwingsplaatje te
plaatsen met de maximum toegestane snelheid
wanneer met die winterbanden wordt gereden
(overeenkomstig de EU-normen).
Monteer op alle vier de wielen dezelfde banden (zelfde
merk en profieldiepte) voor meer veiligheid tijdens het
rijden en remmen en voor een betere
bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden niet om.
ATTENTIE
Bij winterbanden met de indicatie “Q” geldt een maximum snelheid van 160 km/h;
bij winterbanden met de indicatie “T” geldt een maximum snelheid van 190 km/h;
bij winterbanden met de indicatie “H” geldt een maximum snelheid van 210 km/h.
Deze maximum snelheden zijn in overeenstemming met de huidige wetgeving.