Operation Manual

Lampje
instr.paneel
Weergave op instelbaar
multifunctioneel display
Weergave
op multifunctioneel display
259
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEIDSTARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STORING MOTORMANAGEMENT-
SYSTEEM EOBD (geel)
Als u onder normale omstandigheden de
contactsleutel in stand MAR zet, gaat het lampje
branden. Het lampje moet uitgaan als de motor
is gestart. Het lampje gaat eerst branden om de
juiste werking ervan aan te geven. Als het lampje
blijft branden of tijdens het rijden gaat branden
(op het display verschijnt ook een bericht):
constant branden - duidt op een defect
in het inspuit-/ontstekingssysteem. Dit
kan tot gevolg hebben dat schadelijke
uitlaatgasemissie toeneemt, de prestaties
verminderen, de auto slechter gaat rijden
en het brandstofverbruik toeneemt.
U kunt onder deze omstandigheden
doorrijden zonder te veel van de motor te
eisen of met hoge snelheid te rijden. Als lang
met een brandend waarschuwingslampje
wordt doorgereden, kunnen beschadigingen
ontstaan. Wendt u zo snel mogelijk tot de Fiat-
dealer. Het lampje dooft als de storing
verdwijnt. De storing wordt door het systeem
in het geheugen opgeslagen.
U
ç
RESERVEBRANDSTOF
(geel)
Het lampje gaat branden (op het display
verschijnt ook een bericht) als er nog
ongeveer 9 liter brandstof in de tank
aanwezig is.