Operation Manual

282
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
WIEL VERWISSELEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
Voor het verwisselen van het wiel en voor het juiste
gebruik van de krik en het noodreservewiel moeten de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht worden
genomen.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met “Fix & Go
(snelle bandenreparatieset)”, zie dan de betreffende
instructies in dit hoofdstuk.
ROLLEND STARTEN
Probeer auto’s nooit te starten door ze aan te duwen,
te slepen of van een helling af te laten rijden. Op die
wijze kan er onverbrande benzine in de katalysator
terechtkomen, waardoor deze onherstelbaar zal
beschadigen.
BELANGRIJK Houd er rekening mee dat de
rembekrachtiging en de elektrische stuurbekrachtiging
niet werken zolang de motor niet is aangeslagen,
waardoor meer kracht nodig is voor de bediening van
het rempedaal en het stuur.
ATTENTIE
Het noodreservewiel (indien aanwezig) is specifiek voor de auto; monteer het niet
op andere auto’s en monteer geen reservewielen van andere auto’s. Het
noodreservewiel mag alleen in noodgevallen worden gebruikt. Het noodreservewiel
moet zo kort mogelijk gebruikt worden en er mag niet sneller dan 80 km/h mee
worden gereden. Op het noodreservewiel is een oranje sticker aangebracht waarop
de belangrijkste aanwijzingen en de beperkingen staan vermeld met betrekking tot
het gebruik van het noodreservewiel. Deze sticker mag absoluut niet worden
verwijderd of afgedekt. Op het noodreservewiel mag nooit een wieldeksel worden
gemonteerd. Op de sticker staan de volgende aanwijzingen in vier talen vermeld:
attentie! alleen voor tijdelijk gebruik! max. 80 km/h! vervang zo snel mogelijk door
een normaal wiel. Bedek deze aanwijzingen niet.
ATTENTIE
Attendeer het overige wegverkeer op de stilstaande auto m.b.v.: de
waarschuwingsknipperlichten, de eventueel wettelijk verplichte gevarendriehoek
enz. Tijdens het verwisselen van een wiel moeten alle inzittenden de auto hebben
verlaten, vooral als de auto zwaar beladen is, en op een veilige afstand van het
verkeer wachten, totdat het wiel verwisseld is. Blokkeer de wielen met stenen of
andere voorwerpen als de auto schuin op een helling of op een slecht wegdek
staat.