Operation Manual

286
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
SICUREZZA
STARTEN
EN RIJDEN
IN EMERGENZA
VEILIGHEID
NOOD-
GEVALLEN
F0C0396m
F0C0397m
draai de wielbouten helemaal los en trek vervolgens het wiel los;
zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het
reservewiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevatten, omdat
hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kunnen loslopen;
monteer het noodreservewiel, waarbij de gaten (S) over de
centreerpennen (T) moeten vallen;
draai met de bijgeleverde sleutel de vier wielbouten handvast aan;
draai de slinger (R) van krik zodat de auto zakt, en verwijder de krik;
draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten kruiselings definitief
vast, in de volgorde die in de afbeelding is aangegeven.
NORMALE WIEL MONTEREN
Volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto op en demonteer
het reservewiel.
Uitvoeringen met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het
reservewiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevatten, omdat
hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kunnen loslopen;
monteer het normale wiel, waarbij de gaten (S) over de
centreerpennen (T) moeten vallen;