Operation Manual

292
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
SICUREZZA
STARTEN
EN RIJDEN
IN EMERGENZA
VEILIGHEID
NOOD-
GEVALLEN
F0C0513m
F0C0515m
OPPOMPEN VAN DE BAND
ATTENTIE
Doe de handschoenen aan die bij de
snelle bandenreparatieset zijn geleverd.
Trek de handrem aan. Draai de ventieldop van de band los, trek de
vulbuis (A) uit en draai de ring (B) op het ventiel van de band;
controleer of de schakelaar (E) van de compressor in stand 0
(uitgeschakeld) staat, start de motor, steek de stekker (D) in de
contactdoos voor de aansteker en schakel de compressor in door de
schakelaar (E) in stand I (ingeschakeld) te zetten. Pomp de band op tot
de juiste bandenspanning is bereikt (zie de paragraaf “Bandenspanning”
in het hoofdstuk “Technische gegevens”). Controleer de
bandenspanning op de manometer (F). Voor een nauwkeurige aflezing
moet de compressor worden uitgeschakeld;
als u er niet in slaagt binnen 5 minuten de bandenspanning op ten
minste 1,5 bar te krijgen, koppel dan de compressor los van het ventiel
en de contactdoos en verplaats vervolgens de auto ongeveer 10 meter
naar voren of naar achteren, zodat de afdichtvloeistof in de band
verdeeld wordt; pomp de band vervolgens weer op;
F0C0516m