Operation Manual

293
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
als u tijdens het herstellen van de bandenspanning er
niet in slaagt de spanning op ten minste 1,8 bar te
brengen, mag niet verder worden gereden, omdat
de band te erg beschadigd is en Fix & Go de
vereiste wegligging niet kan garanderen; wendt u tot
de Fiat-dealer;
als de band op de juiste spanning is gebracht (zie de
paragraaf “Bandenspanning” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”), vertrek dan onmiddellijk;
stop na ongeveer 10 minuten en controleer
opnieuw de bandenspanning; vergeet niet de
handrem aan te trekken;
ATTENTIE
ATTENTIE
als een spanning van ten minste 1,8 bar wordt
gemeten, herstel dan de correcte bandenspanning
(met draaiende motor en aangetrokken handrem)
en rijdt verder;
rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde Fiat-
dealer.
ATTENTIE
Plaats de sticker op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats om aan
te geven dat de band behandeld is met de
snelle bandenreparatieset. Rijd voorzichtig
vooral in bochten. Rijd niet harder dan 80
km/h. Vermijd bruusk accelereren en
remmen.
Als de bandenspanning onder 1,8 bar is
gedaald, mag niet verder worden gereden:
de snelle reparatieset Fix&Go automatic
kan de vereiste wegligging niet garanderen
omdat de band te erg beschadigd is.
Wendt u tot de Fiat-dealer.
U moet absoluut aangeven dat de band is
gerepareerd met de snelle
bandenreparatieset. Overhandig de
informatiefolder aan het personeel dat de
band moet repareren die behandeld is met
de bandenreparatieset.