Operation Manual

298
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
SICUREZZA
STARTEN
EN RIJDEN
IN EMERGENZA
F0C0435m
F0C0436m
GLOEILAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbehorende vermogen de paragraaf
“Gloeilamp vervangen”.
KOPLAMPUNITS
In de koplampunits zijn de gloeilampen voor het parkeerlicht, het
dimlicht, het grootlicht, de richtingaanwijzer en de mistlamp opgenomen.
De lampen zijn op de volgende wijze in de lichtunit geplaatst:
(A): richtingaanwijzer / mistlamp (indien aanwezig) /
parkeerlicht / dimlicht
(B): parkeerlicht / grootlicht.
Om de gloeilampen van het parkeerlicht, de richtingaanwijzer, het
dimlicht en de mistlamp te vervangen, moet het deksel (C) worden
verwijderd. Maak hiervoor de borging (D) los.
Verwijder het deksel (E) nabij het mechanisme (F) om het grootlicht en
de parkeerverlichting te vervangen.
Vervang de lampen en monteer de deksels, waarbij de deksels goed vast moeten zitten (geborgd).
VEILIGHEID
NOOD-
GEVALLEN