Operation Manual

322
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
SICUREZZA
STARTEN
EN RIJDEN
IN EMERGENZA
VEILIGHEID
NOOD-
GEVALLEN
ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De beschrijving voor het opladen van de
accu dient slechts ter informatie. Wendt u bij
voorkeur tot een Fiat-dealer om deze werkzaamheden
uit te laten voeren.
We raden u aan de accu langzaam en met een lage
stroomsterkte (ampère) gedurende ca. 24 uur op te
laden. Als u de accu langer oplaadt, kan de accu
worden beschadigd.
Ga voor het opladen als volgt te werk:
maak de klem van de minpool van de accu los;
sluit de kabels van het laadapparaat aan op de
accupolen; let hierbij op de polariteit;
schakel de acculader in;
aan het einde van het opladen: schakel eerst de
acculader uit en koppel dan de accu los;
sluit de klem weer aan op de minpool van de accu.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met het
diefstalalarm, schakel het alarm dan uit met de
afstandsbediening (zie de paragraaf “Diefstalalarm” in
het hoofdstuk “Dashboard en bediening”).
ATTENTIE
De vloeistof in de accu is giftig en corrosief. Vermijd het contact met de huid en de
ogen. Het opladen van de accu moet worden uitgevoerd in een goed geventileerde
ruimte, ver verwijderd van open vuur en vonkvormende apparaten: brand- en
ontploffingsgevaar.
ATTENTIE
Probeer een bevroren accu niet op te laden: eerst moet de accu ontdooid worden,
anders loopt u het risico dat de accu ontploft. Als de accu bevroren is geweest,
moet worden gecontroleerd of de cellen niet beschadigd zijn (risico op kortsluiting)
en of de bak geen scheuren vertoont, waardoor de giftige en corrosieve vloeistof
kan weglekken.