Operation Manual

8
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
F0C0145m
SYMBOLEN
Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto zijn specifieke,
gekleurde plaatjes aangebracht met daarop symbolen die uw aandacht
vragen en die voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen
als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt.
Onder de motorkap bevindt zich een plaatje met een korte samenvatting
van de symbolen.
FIAT CODE
Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uitgerust met
een elektronische startblokkering. Het systeem schakelt automatisch in
als de start-/contactsleutel wordt uitgenomen.
In iedere sleutel zit een elektronische component gemonteerd die bij het
starten van de motor een signaal ontvangt via een speciale antenne die in
het start-/contactslot is ingebouwd. Het signaal wordt bij het starten
omgezet in een gecodeerd signaal en vervolgens aan de regeleenheid van
de Fiat CODE gezonden, die, als de code wordt herkend, het starten
van de motor mogelijk maakt.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait, dan
stuurt het Fiat CODE-systeem een code naar de regeleenheid van de
motor die, als de code wordt herkend, de blokkering van de functies
opheft.
De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het systeem de
door de sleutel verzonden code heeft herkend.
Iedere keer als u de contactsleutel in stand STOP zet, schakelt de Fiat
CODE de functies van de elektronische regeleenheid van de motor uit.