Operation Manual

90
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Gelijktijdig met de “parkeer”-stand van de
buitenspiegel aan passagierszijde wordt de stand van
de buitenspiegel en de positie van de stoel aan
bestuurderszijde in het geheugen opgeslagen.
Als de stand van de spiegel is opgeslagen, klinkt een
akoestisch signaal.
“Parkeer”-stand van de buitenspiegel aan
passagierszijde oproepen
Schakel bij stilstaande auto en met de contactsleutel in
stand MAR de achteruit in: de spiegel wordt
automatisch in de opgeslagen stand gezet.
Als er geen enkele stand is opgeslagen zal, als de
achteruit wordt ingeschakeld, de buitenspiegel aan
passagierszijde automatisch iets omlaag kantelen om
het inparkeren te vergemakkelijken.
De buitenspiegel aan passagierszijde keert automatisch
terug in de beginstand, na ongeveer 10 seconden na
het uitschakelen van de achteruit of direct als de
snelheid van de auto bij vooruit rijden hoger is dan 10
km/h.
Automatische synchronisatie van de
buitenspiegels
Iedere keer als u de contactsleutel in stand MAR
draait, worden de buitenspiegels automatisch in de
laatst ingestelde en/of opgeroepen stand gezet voordat
de contactsleutel werd uitgenomen.
Hierdoor worden de spiegels gesynchroniseerd
wanneer tijdens het parkeren met de hand of per
ongeluk een van de buitenspiegels is versteld.