Operation Manual

93
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
F0C0380m
VERWARMING EN VENTILATIE
BEDIENINGSKNOPPEN
(A): draaiknop voor regeling van de
luchttemperatuur (menging van
warme/koude lucht)
(B): drukknop voor in- en uitschakelen
achterruitverwarming
(C): draaiknop voor inschakelen aanjager
(D): drukknop voor in- en uitschakelen
luchtrecirculatie
(E): draaiknop voor de luchtverdeling.
VERWARMING INTERIEUR
Ga als volgt te werk:
draai de knop (A) in het rode vlak;
draai de knop (C) op de gewenste
snelheid;
draai de knop (E) in stand:
voor verwarming van de beenruimte en
ontwaseming van de voorruit
µ voor verwarming van de beenruimte,
waarbij de luchtstroom op het gelaat koel
blijft (“bilevel”- stand)
w voor gespreide verwarming van de
beenruimten voor en achter
schakel de luchtrecirculatie uit (lampje op
de knop
T
gedoofd).
SNELLE ONTWASEMING/ONTDOOIING VOORRUIT
EN ZIJRUITEN VOOR
Ga als volgt te werk:
draai de knop (A) geheel naar rechts (in stand
-
);
draai de knop (C) in stand
-
;
draai de knop (E) in stand
-
;
schakel de luchtrecirculatie uit (lampje op de knop
T
gedoofd).
Nadat de ruiten ontwasemd/ontdooid zijn, kan een stand gekozen
worden waarbij het zicht en het comfort optimaal blijven.