Operation Manual

De pulse oxymeter-widget weergeven
De widget geeft uw meest recente bloed
zuurstofsaturatiepercentage, een grafiek met uw
uurgemiddelden voor de laatste 24 uur, en een grafiek met uw
hoogte voor de laatste 24 uur.
1
Selecteer terwijl u zit of inactief bent UP of DOWN om de
pulse oxymeter-widget weer te geven.
2
Blijf stilzitten gedurende maximaal 30 seconden.
OPMERKING: Als u te actief bent, kan het horloge uw
zuurstofsaturatie niet bepalen en wordt er een bericht
weergegeven in plaats van een percentage. Na enkele
minuten inactiviteit kunt u uw zuurstofsaturatie opnieuw
controleren.
3
Selecteer om een grafiek van uw pulse oxymeterwaarden
voor de laatste zeven dagen weer te geven.
De modus Doorlopende acclimatisatie
inschakelen
Selecteer in de pulse oxymeter-widget > DOWN > OK.
Het toestel analyseert automatisch uw zuurstofsaturatie
gedurende de dag, wanneer u niet beweegt.
OPMERKING: Het inschakelen van de modus voor
doorlopende acclimatisatie verkort de levensduur van de
batterij.
De modus Handmatige acclimatisatie
inschakelen
1
Houd MENU ingedrukt vanuit de pulse oxymeter-widget.
2
Selecteer Opties > Acclimatisering > Handmatig.
Het toestel analyseert uw zuurstofsaturatie wanneer u de
pulse oxymeter-widget bekijkt.
Tips voor grillige pulse oxymeter-gegevens
Als pulse oxymeter-gegevens onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven, kunt u deze tips proberen.
Beweeg niet terwijl het toestel de zuurstofsaturatie van uw
bloed leest.
Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht. Het
toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak.
Houd de arm waaraan u het toestel draagt op de hoogte van
uw hart terwijl het toestel uw de zuurstofsaturatie van uw
bloed leest.
Zorg dat uw onderarm schoon en droog is voordat u het
toestel omdoet.
Zorg dat de huid onder het toestel niet is ingesmeerd met
zonnebrandcrème, lotion of insectenwerende middelen.
Zorg dat de optische sensor aan de achterkant van het
toestel niet wordt bekrast.
Spoel het toestel na elke training af met schoon water.
Training
Uw gebruikersprofiel instellen
U kunt uw persoonlijke gegevens instellen, zoals geslacht,
geboortejaar, lengte, gewicht, hartslagzone en vermogenszone.
Het toestel gebruikt deze informatie om nauwkeurige
trainingsgegevens te berekenen.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Gebruikersprofiel.
3
Selecteer een optie.
Fitnessdoelstellingen
Als u uw hartslagzones kent, kunt u uw conditie meten en
verbeteren door de onderstaande principes te begrijpen en toe
te passen.
Uw hartslag is een goede maatstaf voor de intensiteit van uw
training.
Training in bepaalde hartslagzones kan u helpen uw
cardiovasculaire capaciteit en kracht te verbeteren.
Als u uw maximale hartslag kent, kunt u de tabel (Berekeningen
van hartslagzones, pagina 19) gebruiken om de beste
hartslagzone te bepalen voor uw fitheidsdoeleinden.
Als u uw maximale hartslag niet kent, gebruik dan een van de
rekenmachines die beschikbaar zijn op internet. Bij sommige
sportscholen en gezondheidscentra kunt u een test doen om de
maximale hartslag te meten. De standaard maximale hartslag is
220 min uw leeftijd.
Hartslagzones
Vele atleten gebruiken hartslagzones om hun cardiovasculaire
kracht te meten en te verbeteren en om hun fitheid te
verbeteren. Een hartslagzone is een bepaald bereik aan
hartslagen per minuut. De vijf algemeen geaccepteerde
hartslagzones zijn genummerd van 1 tot 5 op basis van
oplopende intensiteit. Over het algemeen worden hartslagzones
berekend op basis van de percentages van uw maximale
hartslag.
Uw hartslagzones instellen
Het toestel gebruikt uw gebruikersprofiel uit de basisinstellingen
om uw standaard hartslagzones te bepalen. U kunt afzonderlijke
hartslagzones voor verschillende sportprofielen instellen, zoals
hardlopen, fietsen en zwemmen. Stel uw maximale hartslag in
voor de meest nauwkeurige caloriegegevens tijdens uw
activiteit. U kunt ook iedere hartslagzone en uw hartslag in rust
handmatig opgeven. U kunt uw zones handmatig aanpassen op
het toestel of via uw Garmin Connect account.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Instellingen > Gebruikersprofiel > Hartslag.
3
Selecteer Maximum hartslag en voer uw maximale hartslag
in.
U kunt de functie Automatische detectie gebruiken om uw
maximumhartslag tijdens een activiteit automatisch op te
nemen (Prestatiemetingen automatisch detecteren,
pagina 14).
4
Selecteer LDHS > Voer handmatig in en voer uw
lactaatdrempelhartslag in.
U kunt een begeleide test uitvoeren om uw lactaatdrempel in
te schatten (Lactaatdrempel, pagina 16). U kunt de functie
Automatische detectie gebruiken om uw lactaatdrempel
tijdens een activiteit automatisch op te nemen
(Prestatiemetingen automatisch detecteren, pagina 14).
5
Selecteer Rust HS en geef uw hartslag in rust op.
U kunt de gemiddelde hartslag in rust op basis van uw toestel
gebruiken, of u kunt een aangepaste hartslag in rust
instellen.
6
Selecteer Zones > Op basis van.
7
Selecteer een optie:
Selecteer BPM om de zones in aantal hartslagen per
minuut weer te geven en te wijzigen.
Selecteer % Max. HS om de zones als een percentage
van uw maximale hartslag weer te geven en te wijzigen.
Selecteer %HSR om de zones als een percentage van uw
hartslagreserve weer te geven en te wijzigen (maximale
hartslag min hartslag in rust).
Selecteer %LDHS om de zones als een percentage van
uw lactaatdrempelhartslag weer te geven en te wijzigen.
18 Training