Operation Manual

Nt
Steek de stekker niet in het stopcontact voordat alle onderdelen gemonteerd zijn.
Wanneer u de blad ruimer heeft gekocht is de zuigmond nog ingeschoven. Het apparaat mag
zo niet worden gebruikt.
Trek de zuigmond geheel uit totdat deze niet verder kan (fiq.I).
Controleer of de schroefgaten van de binnenste zuigmond zich recht achter de opening voor
de bevestigingsschroef bevinden.
Draai de schroeven aan beide zijden in en sluit de openingen af met de afdekplaatjes (fig.2).
Controleer of het schoonmaakcompartiment is afgesloten door aan de afsluitknop te draaien.
Wanneer dit compartiment niet goed is gesloten, zal de bladruimer niet functioneren.
Breng de opvangzak aan. Haak EERSTde gespen om de beide ophangbeugels en sluit vervolgens
de bajonetaansiuiting van de opvangzak aan op de afvoeropening (fig.3).
Controleer of de ritssluiting van de opvangzak gesloten is.
o
Stel de voorste handgreep in op uw persoonlijke voorkeur. Door de 2 knoppen aan de zijkant
van de handgreep in te drukken, kunt u de handgreep naar voren of naar achteren instellen.
Stel de draagriem in op een lengte waarbij het vasthouden van de bladruimer voor u comfortabel
aanvoelt. De draagriem voorkomt dat u het volle gewicht van de bladruimer langdurig met
de armen moet dragen. Verwijderen van de draagriem is echterwel mogelijk door de schroef
op de bevestigingsbeugel open te draaien en de draagriem met beugel te verwijderen (fig 12).
Maak een lus in het tuinverlengsnoer en haak deze door de opening in de handgreep om de
kabeltrekontlasting (fig.11). Sluit het snoer daarna pas aan op de stekker van de bladruimer.
Hiermee voorkomt u dat de stekker van de bladruimer wordt losgetrokken als er een spanning
op het verlengsnoer ontstaat.
BEDIENING
Verzeker uzelf ervan dat de bladruimer in overeenstemming met deze gebruiksaanwijzing is
gemonteerd.
e
Houd de bladruimer met beide handen vast en doe de draagriem over uw schouder.
Door de aan-uit-schakelaar op de handgreep in te duwen zal de bladruimer starten.
Wanneer u de schakelaar weer loslaat zal de bladruimer ook stoppen.
U kunt de bladruimer gebruiken om te blazen of om te zuigen. Met de zuig-blaas-schakelaar
in de onderste stand zal het apparaat blazen. Met de zuig-blaas-schakelaar in de bovenste
stand zal de bladruimer zuigen (fig. 5).
Gebruik als bladblazer
Zet de blaas-zuig-schakelaar in de blaasstand (onder). Druk deze goed door tot deze vastklikt.
Richt de zuig-blaasmond waar u deze wilt hebben.
Duw de aan-uit-schakelaar in.
o
Richt de straal naar voren (fig. 6) en beweeg u langzaam voorwaarts, waarbij u de bladeren
bijeen blaast of uit moeilijk te bereiken plaatsen wegblaast.
Let op waar u de luchtstraal heen richt. De luchtstroom is krachtig genoeg om ook zware
objecten om te blazen, waardoor voorwerpen beschadigd kunnen worden of personen
verwond kunnen worden.
Op de BR-33V en BR-35V is een toerentalregeling aangebracht waarmee u de luchtstroom kunt
instellen (figA). Hierdoor kunt u bijvoorbeeld voorkomen dat bij het verzamelen van bladeren
ook de grote bladerhoop weer in alle richtingen wordt weggeblazen als u er met de bladruimer
te dicht bijkomt.
Opzuigen
Zet de blaas-zuig-schakelaar in de zuigstand (boven). Druk deze goed door tot deze vastklikt.
Voor BR-33V en BR-35V: zet de toerentalregeling op de MAXIMUM stand. Wanneer de snelheid
niet maximaal is bestaat de kans dat de bladruimer onvoldoende kracht heeft om de opgezogen
7
NL
1
1
!
,
I,'
bladeren te versnipperen en zodoende verstopt raakt.
Richt de zuig-blaasmond waar u deze wilt hebben.
o
Duw de aan-uit-schakelaar in.
Richt de zuigmond naar de grond en maak vegende bewegingen net boven de grond (fig.7+8).
o
De blad ruimer zal nu kleine afvalresten en bladeren opzuigen, met het vleugelrad versnipperen
en vervolgens het sterk verkleinde materiaal opvangen in de opvangzak.
Wanneer de opvangzak vol raakt, neemt de zuigkracht af. Leeg dan de opvangzak.
o
Schakel eerst de bladruimer uit, trek de stekker uit het stopcontact, trek de bajonetaansluiting
van de opvangzak los en verwijder de gespen.
Open de ritssluiting en verwijder het afval. Bladeren en plantafval zijn direct geschikt voor
compostering.
o
Sluit de ritssluiting, bevestig de opvangzak weer aan de bladruimer en sluit de stekker weer
aan.
DEFECTENVERHELPEN
o
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u een klacht onderzoekt.
De bladruimer start niet
Controleer of de aardlekschakelaar of de stop in de meterkast de stroom niet heeft uitgeschakeld.
Schakel zo nodig de stroom opnieuw in.
o
Controleer of de stekkerverbindingen goed zijn aangesloten en of er spanning op het stopcontact
aanwezig is.
o
Controleer of het schoonmaakcompartiment goed is afgesloten en de kantelschroef volledig
is ingedraaid. Indien er vuil in de onderste groef zit, kan het deksel niet goed worden gesloten.
Bij een niet volledig afgesloten compartiment zal de bladruimer uit veiligheidsoverwegingen
niet werken.
De bladruimer zuigt niet
o
Controleer of de opvangzak vol zit. Leeg zo nodig de opvangzak.
Controleer of de zuig-blaas-schakelaar in de juiste positie staat en goed is vastgeklikt.
o
Controleer of de zuigmond is verstopt. Natte bladeren kunnen een prop veroorzaken die de
.zuigmond of de afvoer verstopt.
Voor BR-33V en BR-35V: Wanneer de snelheidsregelaar niet op de maximale stand staat is de
blad ruimer niet krachtig genoeg om de opgezogen bladeren te versnipperen.
o
Verwijder eventuele verstoppingen uit de zuigmond, of open het schoonmaakcompartiment
(fig. 9+10) en verwijder hardnekkige verstoppingen bij het vleugel rad of in de afvoer.
De bladruimer blaast niet
o
Controleer of de zuig-blaas-schakelaar in de juiste positie staat en goed is vastgeklikt.
ONDERHOUD
Voor elke controle- of onderhoudsbeurt moet de stekker uit het stopcontact worden getrokken.
o
Het apparaat regelmatig schoonmaken en er zorgvuldig mee omgaan; dit zal een goede werking
en een lange levensduur bevorderen.
Reinig na ieder gebruik de zuigmond, het schoonmaakcompartiment en de opvangzak grondig
om schimmel en onaangename geur te voorkomen.
o
Ventilatie-openingen mogen niet verstopt raken, regelmatig schoonmaken.
Gebruik alleen een licht vochtige doek of zachte borstel om het motorhuis en de grepen schoon
te maken. Geen grote hoeveelheden water gebruiken.
., Spuit het apparaat nooit nat of spuit deze nooit schoon.
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.
Overmatig vonken duidt meestal op versleten koolborstels. Laat deze eventueel door een
erkend vakman vervangen.
Opgelet: apparaat na afloop van de levensduur inleveren. Aan het eind van de levensduur moet
8