Operation Manual

70
nl
Bedieningselementen
Baby-unit (transmitter)
1 Power-LED (aan/uit-indicatie)
Brandt ononderbroken groen bij normaal bedrijf (ver-
binding tussen ouderunit (ontvanger) en baby-unit);
knippert groen tijdens het tot stand brengen van
deverbinding met de ontvanger of na verlies van de
verbinding; brandt rood, wanneer de batterijen bijna
leeg zijn.
2 Aan/uit-toets
Ca. 2 seconden ingedrukt houden om de eenheid in of
uit te schakelen.
3 Volumetoetsen
Voor de regeling van het volume van de slaapliedjes
en van het stemgeluid dat door de ontvangsteenheid
afgegeven wordt.
4 Slaapliedjestoets
(alleen, wanneer de baby-unit uitgeschakeld is)
Ca. 2 seconden ingedrukt houden om de liedjes-
functies in of uit te schakelen.
5 Toets nachtlampje
Ca. 2 seconden ingedrukt houden om het nachtlampje
in of uit te schakelen.
Wanneer het nachtlampje ingeschakeld is, kunt u de
helderheid met 1 stap verlagen door deze toets kort
in te drukken (3 helderheidsniveaus). Het nachtlampje
kan ook worden gebruikt, wanneer de baby-unit
uitgeschakeld is. Wanneer de unit op batterijen werkt,
wordt het nachtlampje na 5 minuten automatisch
uitgeschakeld om energie te besparen.
6 Oproeptoets (paging)
Druk deze toets kort in om een akoestisch signaal
af te geven via de ontvangerunit („pagen“). Met
deze functie kan om hulp gevraagd worden of een
kwijtgeraakte ontvangerunit gelokaliseerd worden.
7 Temperatuursensor
8 Batterijcompartiment (achterkant)
Compartiment voor 2 AAA-batterijen (niet meegeleverd)
als back-up voor de baby-unit bij een stroomuitval.
9 Externe aansluiting voor MP3-speler
(3.5mm jackaansluiting)
10 Netstroomaansluiting („+“ in midden)